
Transnistrië: een dag in een land dat niet bestaat
Transnistrië, ofwel Pridnestrovie, is een afvallige, pro-Russische regio die zich in 1990 heeft afgescheiden van Moldavië na een gewapend conflict. Het is een smalle strook land gelegen tussen Moldavië en Oekraïne in. Internationaal wordt dit land echter niet erkent en juridisch gezien hoort het nog steeds bij Moldavië. Het “land” heeft zijn eigen overheid en valuta en functioneert eigenlijk wel als onafhankelijk land. Er is een sterke Russische militaire en politieke aanwezigheid, ondanks dat Rusland het land niet als zelfstandige staat erkent. Toen ik me in deze hoek van Europa bevond, moest ik deze fascinerende plek natuurlijk bezoeken. Lees hieronder verder hoe dat verlopen is.
Wel of niet bezoeken: dingen om rekening mee te houden in Transnistrië
Van tevoren was ik huiverig over het bezoeken van de regio. Het was voor het eerst dat ik naar een land zou gaan met een rood reisadvies en dat vond ik best spannend.
Als er wel iets gebeurt, kan de Nederlandse overheid je niet of moeilijk helpen. Ook ligt het dicht in de buurt van Oekraïne, wat met hun huidige conflict met Rusland en het feit dat Transnistrië pro-Russisch is toch niet een heel fijn idee was. Daarnaast is er strenge media controle en mag je van bepaalde gebouwen geen foto’s maken. Doe je dit wel? Dan wacht er een boete of celstraf op je. Dit geldt ook als je je negatief uitlaat over het land (of over Rusland). Hierover zijn wat negatieve ervaringen te vinden van jaren geleden. Verder is het niet makkelijk om te betalen in het land. De valuta is alleen op een paar plekken in het land verkrijgbaar en internationale betaalsystemen werken niet. Aangemoedigd door ervaringen van anderen in mijn hostel, besloot ik toch te gaan.

Vervoer en de grensovergang van Moldavië naar Transnistrië
Ik nam de bus van het busstation in Chişinǎu naar Tiraspol, de hoofdstad van Transnistrië. Er leken voornamelijk locals in de bus te zitten voor wie dit een dagelijkse reis was. Tussen de verschillende plaatsen in Transnistrië rijden bussen en taxi’s zijn ook beschikbaar. Op de terugweg nam ik een bus naar Chişinǎu, maar stapte ik uit in het grensplaatsje Bender voor korte stop. Vanaf Bender rijden busjes naar Chişinǎu.
Ik had al van anderen gehoord dat Transnistrië graag meer toeristen wil, dus ik voorzag geen problemen bij de grens. Dat klopte. Mijn paspoort werd gecontroleerd en ik beantwoordde een aantal standaard vragen: Waar ga je heen? Hoelang blijf je? Ik legde uit dat ik dezelfde dag weer terugging naar Moldavië. Normaal krijg je dan een visum voor 10 uur. Ik kreeg echter een visum voor 24 uur. Prima, dat werkt ook. Dit visum is een los papiertje is dat je moet bewaren en is ook meteen je inreisstempel. Je krijgt namelijk geen stempel in je paspoort, omdat je paspoort ongeldig verklaard kan worden als je stempels van niet-erkende landen hebt (uhh… thanks Kosovo, gelukkig erkent Nederland Kosovo wel). Bij de grensovergang op de terugweg leverde ik het papiertje weer in en kreeg ik alleen de vraag of ik het naar mijn zin gehad had.
Vanaf de grens bij Bender, waar ik later nog terug zal komen, is het nog een half uurtje rijden naar het busstation van Tiraspol. Dit busstation ligt op een onhandige plek, zo’n 40 minuten lopen vanaf het centrum. Ik had gelukkig een geweldige dag uitgekozen, dus ik mocht deze 40 minuten in de stromende regen lopen… Na 40 minuten kwam ik aan in het centrum van de stad.

Tiraspol: de hoofdstad van Transnistrië
De eerste indrukken
Het eerste wat me opviel is hoe ruim alles is opgezet. Daardoor voelt het overal heel leeg. De kolossale, grijze gebouwen en het treurige weer versterkten dat alleen maar. Dit klinkt negatief, maar dit was eigenlijk precies wat ik verwacht had. Het ziet er exact uit hoe je denkt dat een stad in de Sovjet-Unie eruit zag. Ik was zeker niet onder de indruk van hoe geweldig mooi alles was, maar dat maakte het geen minder indrukwekkende plek. Integendeel, juist doordat alles er zo groots uitziet en er niemand op straat is, voelde ik me even alleen op de wereld. Zo overdag midden in de stad is dat een raar gevoel, maar wel een die ik niet snel zal vergeten.


Sovjet gebouwen en monumenten
Met deze eerste indruk begon ik met het verkennen van de stad. Het plein waar ik me bevond was het Suvorovplein, dat omringd is door overheidsgebouwen en een mega standbeeld van de stichter van Tiraspol (generaal Suvorov) in het midden heeft staan. Zoals ik al zei, dit is echt precies wat je verwacht van een Sovjetstad. Ik liep verder naar de eeuwige vlam. Dit is een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog en de oorlog in Transnistrië. Om dit monument compleet te maken staat er een tank naast. Ik vond het een raar gezicht om een tank midden in de stad te zien staan. Het paste overigens wel goed bij de sfeer van de stad.


Parlement, Lenin standbeeld en de orthodoxe kerk
Vanuit hier liep ik naar het parlement. Het gebouw zelf is niet zo bijzonder, maar het grote Leninstandbeeld dat ervoor staat is dat wel. Ook ben ik naar de bazaar en de orthodoxe kerk gelopen. Het bezoeken van bazaars vind ik altijd een beetje hetzelfde in iedere stad, maar het is wel een leuke manier om het lokale leven te observeren. De orthodoxe kerk was iets wat ik eigenlijk niet verwacht had te zien. Ik verwachtte dat het een atheïstische land was, maar na me hierover te hebben ingelezen, blijkt dit niet helemaal te kloppen. Het land heeft officieel religieuze vrijheid, je president in joods en meer dan 90% van de bevolking is orthodox christelijk.



Huis van de Sovjets en KVINT
Als laatste bezocht ik het huis van de Sovjets. Dit klinkt allemaal erg communistisch en dat was het oorspronkelijk ook. Tegenwoordig is het eigenlijk gewoon het stadhuis. Het is wel een van de meer memorabele gebouw in de stad met pilaren in de kleuren van de vlag van Transnistrië. Op de terugweg naar het busstation liep ik nog langs de KVINT-distilleerderij. Kvint is een fabriek waarin brandy, wijn en andere dranken gemaakt worden. Het is vooral bekend om de Moldavische brandy (Divin), wat ik niet kende. KVINT is een van de grootste exporters in Transnistrië. Je kunt hier een rondleiding doen, maar ik ben er alleen even langs gelopen.


Bender: een historische grensstad
Bender is de tweede stad van Transnistrië. Ik was nogal verward toen ik de stad niet kon vinden op Google Maps, maar als snel kwam ik erachter dat de stad ook wel Tighina wordt genoemd. Het ligt net over de grens met Moldavië en ik besloot hier even te stoppen, voordat ik terugging naar Chişinǎu. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn de Alexander Nevski kerk en het Fort van Bender. Vanaf het busstation zijn beide bezienswaardigheden een half uurtje lopen.


Conclusie
Hoewel ik het van tevoren spannend vond om Transnistrië te bezoeken, vond ik het eigenlijk prima te doen. Het voelt gek dat het zo leeg en rustig is overal, maar ik heb me geen moment onveilig gevoeld. Het voelt juist veilig aan, omdat er overal politie op straat is. Mensen kijken je wel raar aan, wat logisch is. Zoveel toeristen zien ze hier namelijk niet. Ik kwam de hele dag dezelfde drie andere toeristen tegen. Het is zeker een unieke bestemming en ik denk niet dat ik snel naar een vergelijkbare bestemming zal gaan. Daarom ben ik ook blij dat ik gegaan ben.
Ook heb ik veel over het land geleerd. Het wordt door het westen en de media weggezet als communistisch en gevaarlijk, maar dit is niet helemaal het geval. Ze hebben een presidentieel systeem en een vrije markt. De meeste bedrijven zijn tegenwoordig private bedrijven. Er zit wel een stukje waarheid in: er is veel onderdrukking, weinig vrijheid van meningsuiting en media en de verkiezingen zijn niet democratisch. Zoals ik ook al benoemde, ziet de hoofdstad eruit en voelt het aan als een stad die zo uit de voormalig Sovjet-Unie gehaald is. Ik snap dus zeker wel waar dit beeld vandaan komt. Van alle pro-Russische separatistische regio’s denk ik echter wel dat dit een van de veiligste en rustigste regio’s is.
Wat nu?
Na Transnistrië verbleef ik nog een aantal dagen in Moldavië. Vanaf daar had ik een stressvolle reis voor de boeg. Ik had namelijk besloten om een weekje terug te gaan naar Albanië en Montenegro, omdat ik een goedkope vlucht gevonden had en nog een week de tijd had voor ik naar Spanje vloog. Daarover kun je de volgende keer meer lezen.


2 reacties
Pingback:
P. Wim Visser
Je verslag is een eyeopener voor mij. De geschiedenis husselt mensen door elkaar. Bij de aanval van Rusland op de Oekraïne verwachtte ik dat ze Transnistrë als de achterdeur voor Rusland zou gebruiken. Dat is niet gebeurd. Maar wat niet is, kan nog komen.
Wim