Kosovo: Een onbekend paradijs
Een bijzonder land stond op me te wachten na Noord-Macedonië. Het was tijd om naar Kosovo te reizen. Kosovo is het jongste land van Europa en wordt nog steeds niet door alle landen erkend. Ik ben maar weinig mensen tegengekomen die dit land bezocht hadden, maar iedereen die er wel geweest was, was razend enthousiast. Iedereen vertelde me dat ik nu moest gaan, voordat het door de grote menigte ontdekt wordt. Ik was dus ontzettend benieuwd naar dit weinig bezochte land. Vanuit Skopje reisde ik naar mijn eerste stop in Kosovo: Pristina. Daarnaast bezocht ik onder andere Pejë en Prizren.
Pristina
De heenreis
Vanuit Skopje reisde ik dus naar Pristina. Ik maakte me een beetje zorgen over de grensovergang. Dit was deels omdat ik nog nooit naar een land geweest ben dat niet door alle andere landen erkend wordt. Daarnaast was het plan om ook nog naar Servië te reizen en ik wist niet of ik Servië nog in ging komen met een Kosovo stempel. Ik had wel gehoord dat ze je paspoort om die reden niet stempelen. De grensovergang ging eigenlijk heel makkelijk. Wel kreeg ik toch een Kosovo stempel, dus het hele ‘kom ik Servië in of niet’ probleem was nog niet opgelost.
Het busstation in Pristina is een goede drie kwartier lopen vanaf het centrum en er gingen ook geen bussen, dus dat was een beetje een teleurstelling bij aankomst. Het was inderdaad geen hele fijne wandeling in nog steeds temperaturen van boven de 40 graden. Het viel me gelijk op dat het compleet uitgestorven was in de stad. Eenmaal in mijn hostel aangekomen kon ik meteen inchecken. Dat was dan wel weer prettig. Ondanks dat het middenin het hoogseizoen was, was er vrijwel niemand in mijn hostel. De rest van de dag heb ik gewoon in het hostel gechilld, omdat het eigenlijk te warm was om buiten iets te doen.



Free walking tour
De volgende dag besloot ik om een free walking tour te doen. Ik wist niet heel veel over de geschiedenis van Kosovo, dus ik hoopte daar vandaag meer over te leren. De free walking tour was prima. Het was een kleine groep en hij werd gegeven door iemand die in Pristina opgegroeid was. We begonnen op de Moeder Teresa Boulevard. Dit is de belangrijkste straat in het centrum van Pristina en verbazingwekkend genoeg is deze compleet autovrij, iets wat je niet vaak in de Balkan tegenkomt. Verder bezochten we de green market, waar ze allemaal verse groenten en fruit verkopen. Ik vind dit een beetje hetzelfde in elke stad, maar het is altijd wel leuk om even doorheen te lopen. Ook bekeken we de keizerlijke Moskee. Dit is de grootste en belangrijkste moskee van Pristina. Ik vond vooral de binnenplaats erg mooi.



Daarna liepen we langs het newborn monument, het onafhankelijkheidsmonument van Kosovo. Dit monument wordt eens in de zoveel tijd in nieuwe kleuren geschilderd. Zo werden vorig jaar voor het 15-jarige bestaan van het land de letters in een andere volgorde gezet. Er stond toen ‘no new br’, wat staat voor no new broken republic (geen nieuwe gebroken republiek). Dit was omdat het nog steeds een ontzettend verdeeld land is en dat willen ze eigenlijk niet meer. Dit jaar staan de letters weer terug in hun originele vorm, maar ze zijn nu blauw en geel geverfd als een teken van steun voor Oekraïne.



Als laatste bezochten we de nationale bibliotheek. Dit is ooit (terecht) uitgeroepen tot lelijkste gebouw ter wereld. Bij de bouw van de bibliotheek is gebruik gemaakt van verschillende stijlen en het idee was om Byzantijnse en Islamitische stijlen te mixen. Niet mooi, maar wel uniek.



Overige dingen in de stad
Ik had na de tour het idee dat ik bijna alles wel gezien had, behalve de Kathedraal en het standbeeld van Bill Clinton. Deze waren beide op de weg naar het busstation, dus ik besloot dit later te doen. Na de tour haalde ik wel nog een koffie bij Prince Coffee House. Dit is blijkbaar de Starbucks van Kosovo, maar dan voor minder dan de helft van de prijs. Daarna liep ik terug naar mijn hostel en bleek dat het wat drukker was in het hostel. Een van de vrijwilligers in het hostel zat in mijn kamer en er was nog iemand anders in mijn kamer aangekomen. We besloten ’s avonds samen wat te gaan eten en daarna hebben we nog een hele tijd op het dakterras gezeten. Zo werd het hostel toch nog wat levendiger.

Gračanica klooster
De volgende dag ging ik samen met een van de meiden uit mijn kamer naar een klooster even buiten de stad. We liepen eerst naar het busstation in Pristina. Het vinden van de bus ging eigenlijk heel makkelijk en een half uurtje later waren we in Gračanica. Dit is een dorp met een Servische meerderheid en hier is ook een Servisch klooster. Dit is waar wij voor kwamen. Ik had gelezen dat ze soms moeilijk doen met toeristen binnenlaten, maar niemand vroeg ons iets toen we naar binnen gingen. Je mag binnen geen foto’s maken, maar de muren zijn gevuld met allerlei muurschilderingen. Ik vond dit ontzettend mooi. Het is verder niet zo groot, dus we waren vrij snel weer klaar.


De rest van de dag brachten we door in een winkelcentrum iets buiten Pristina. Dit was perfect, omdat zowel ik als degene met wie ik was wat dingen nodig hadden en het was buiten toch weer te warm om iets te doen. Op de weg terug van het busstation naar het hostel liepen we nog langs het standbeeld van Bill Clinton. Dit standbeeld is daar neergezet, omdat Kosovo de oud-president van de Verenigde Staten wilde bedanken voor zijn hulp bij hun conflict met Joegoslavië. Dit is wel grappig dat er op een random plek in de stad ineens zo’n groot standbeeld van Bill Clinton staat. Verder bezochten we ook de Kathedraal, maar het uitzichtpunt was helaas al dicht.



Pejë
De heenreis
Na een paar dagen had ik Pristina wel gezien en besloot ik verder te reizen naar Pejë. Dit is een stad in het noordwesten van Kosovo en wordt gezien als de outdoor hoofdstad van Kosovo. Dat komt doordat het in de bergen ligt. Ik ging er vooral heen om het stadje, het patriarchaat en de Rugova kloof te bekijken.
Om in Pejë te komen nam ik de enige trein in Kosovo. Het treinstation in Pristina is echt een grote grap. Ik dacht eerst dat ik op de verkeerde locatie was, omdat er gewoon echt helemaal niets is. Je kunt niet eens kaartjes kopen en het ziet er compleet uitgestorven uit. Dit is op zich logisch aangezien er maar twee treinen per dag gaan. De trein kwam gelukkig wel. Het is een oude Duitse trein dus de kwaliteit van de trein zelf was prima. Het was alleen wel zo dat alle ramen kapot waren en de trein al maanden niet schoongemaakt was. Ik kon gelukkig in de trein een kaartje kopen voor een geweldige hoeveelheid van 2,50 euro. Na ongeveer twee uur kwam de trein aan in Pejë en het was eigenlijk een prima ritje.


Het stadje en het patriarchaat van Pec
Na aankomst liep ik eerst naar het hostel om mijn spullen te droppen. Daarna liep ik even rond in het stadje. Het is niet zo groot, maar het heeft wel een leuk centrum en een kleine bazaar. De omgeving van het stadje is prachtig. Overal waar je kijkt, zie je bergen. Ik maakte ook nog een wandeling langs de rivier.



Op deze manier liep ik richting het patriarchaat van Pec. Pec is Pejë in het Servisch. Het patriarchaat van Pec is een Servisch-orthodox klooster. Het klooster is streng beveiligd, omdat het in het verleden doelwit geweest is van geweld van Kosovaarse en Albanese nationalistische groepen. Daarom moet je je paspoort laten zien bij de ingang en op basis daarvan besluiten ze of je naar binnen mag. Toen ik mijn paspoort liet zien, zeiden de soldaten eigenlijk alleen maar dat Nederland slecht is in voetbal en toen mocht ik doorlopen.


Zodra je door de poorten van het klooster loopt, beland je in een compleet andere wereld. Het klooster ligt aan een hele drukke weg, maar hier merk in binnen de kloostermuren helemaal niets van. Het is er een oase van rust en je zou zeker niet denken dat dit een plaats is waar een constante dreiging van geweld is. Ik heb hier even rondgelopen. Het is echt een prachtige plek.


Rugova kloof
Toen ik het gezien had in het klooster liep ik verder naar het informatiekantoor van de Rugova kloof. Ik wilde de Rugova kloof namelijk graag bezoeken, omdat het zo dicht bij Pejë ligt. Op internet was er alleen niets over te vinden, dus ik snapte niet helemaal hoe ik dit kon bezoeken. Daarom besloot ik maar bij aankomst te kijken hoe het allemaal werkte. Het informatiekantoor vertelde me wat opties voor wandelingen. Dit vond ik geen goed idee, omdat het zo warm was en ik alleen was. Daarnaast legden ze me uit dat er een bus op en neer rijdt naar de meest populaire startplek voor langere wandelingen en deze bus rijdt eigenlijk door de hele kloof.




Aangezien ik ook maar één dag de tijd had, besloot ik om de bus heen en weer te nemen en het daar bij te laten. De bus heen was een beetje een deceptie, omdat de gordijnen voor de ramen dichtwaren en niet open konden. Zo kon ik dus als nog niets zien. Op de terugweg kon ik gelukkig voorin zitten, dus toen kon ik het gelukkig wel zien. De omgeving is prachtig. Het is overal groen en het is nog heel erg ontdekt.




Pejë naar Prizren
Visoki Dečani klooster
De heenreis
Vandaag reisde ik verder van Pejë naar Prizren. Dit werd een heel avontuur. Onderweg maakte ik namelijk, met al mijn bagage, nog twee stops. Mijn eerste stop was het Visoki Dečani klooster. Dit klooster wordt nog steeds bewaakt door de NAVO en het leek mij bijzonder om dat te zien. Net als de andere twee Servisch-orthodoxe kloosters die ik in Kosovo bezocht had, is ook dit klooster constant onder dreiging van geweld van Kosovaarse nationalisten. De NAVO vond dit klooster van zo’n groot religieus belang dat dit nog altijd bewaakt wordt door de vredesmacht van de NAVO in plaats van de Kosovaarse politie.
Om hier te komen nam ik eerst de bus naar Deçan. Dit is een klein dorpje dat ongeveer in het midden van Pejë en Prizren ligt. Vanaf daar was het zo’n 40 minuten lopen naar het klooster. Ik ben, behalve de hond die me besloot te vergezellen, niemand tegengekomen. Zoals gewoonlijk was het eigenlijk te warm om dit te doen, maar goed je moet toch wat. Ik liep eerst zo’n twintig minuten langs een uitgestorven weg. Daarna kom je bij een soort controlepost van waar het door de NAVO bewaakte gedeelte begint. Hier wordt eigenlijk nog niets gecontroleerd, maar ik werd wel raar aangekeken omdat ik aan het lopen was. De laatste twintig minuten is eigenlijk hetzelfde. Je loopt langs een verlaten weg waar niets is, alleen dan wordt de weg bewaakt door de vredesmacht van de NAVO.



Het klooster
Uiteindelijk bereikte ik toch het klooster. Je moet je paspoort afgeven bij de soldaten en in ruil daarvoor krijg je een bezoekerspas. Ik had natuurlijk al mijn spullen bij me en kwam er toen achter dat je geen grote tassen mee naar binnen mag nemen. Dat was dus enigszins een probleem. Ik vroeg aan de soldaten of ik mijn tas daar kon achter laten, maar niemand sprak Engels. Uiteindelijk wist ik toch duidelijk te maken wat ik wilde en kon ik mijn tas gelukkig wel gewoon achterlaten.



Eenmaal binnen merk je echt totaal niet dat het zo streng bewaakt is. Het is er heel rustig en er zijn zelfs bijna geen toeristen. De schilderingen in het klooster zijn mooi en beter onderhouden dan in het patriarchaat van Pec en het Gračanica klooster. Ik heb een tijdje rondgelopen en besloot daarna terug te lopen naar Deçan om vanuit daar naar mijn volgende stop te gaan.


Gjakovë
Mijn volgende stop was Gjakovë. Ik kreeg deze stad aangeraden, omdat de oudste bazaar van Kosovo zich hier bevindt. Ook was het ooit een van de meest ontwikkelde steden in de Balkan. De bus naar Gjakovë kwam vrijwel meteen toen ik naar de bushalte gelopen was, dus dat was makkelijk. Het was ongeveer een half uurtje met de bus van Deçan naar Gjakovë. Vanaf de bushalte liep ik naar het centrum van de stad. Het was compleet uitgestorven in de stad. Ik denk dat dit kwam door de warmte, maar daarom vond ik het geen gezellige stad. Er is weinig te doen en te zien. Ik bezocht wel de moskee en de bazaar. Dit was op zich leuk om gezien te hebben, maar daar hield het ook wel op. Na een uurtje liep ik alweer terug naar het busstation, omdat ik niet wist wat ik verder nog moest doen.



Prizren
Mijn laatste stop van de dag, en in Kosovo, was Prizren. Prizren is de tweede stad van Kosovo en ik had hier hele goede dingen over gehoord. Vanuit Gjakovë nam ik de bus naar Prizren. Ook dit ging heel makkelijk. De rest van deze dag heb ik niet echt meer iets gedaan. De volgende dag besloot ik om het stadje te gaan ontdekken. ’s Ochtends liep ik door het oude centrum. Dit is een stuk mooier dan Pristina. Het is geen grote stad, dus na een paar uurtjes had ik het centrum wel gezien. Ik wilde naar het kasteel tijdens zonsondergang, dus ik moest even bedenken wat ik wilde doen met de rest van de dag. Ik was mijn zonnebril, die ik net gekocht had, vergeten in mijn hostel in Pristina. Omdat ik toch tijd over had, besloot ik mijn zonnebril op te gaan halen.



Toen ik terugkwam uit Pristina ben ik inderdaad met zonsondergang naar het kasteel gelopen. Dit was een kwartiertje lopen van het centrum. Je hebt hier uitzicht op de hele stad en omgeving. Het was een goede aanrader van het hostel om tijdens zonsondergang te gaan. Ik moest wel een klein beetje opschieten met naar beneden lopen, omdat ik nog een nachtbus moest halen.



Nachtbus naar Montenegro
Van Prizren reisde ik ’s avonds naar Montenegro. Toen ik op het busstation aankwam, stond ik als enige te wachten. Ik vroeg me dus heel erg af of de bus wel kwam. Gelukkig kwam hij met een beetje vertraging toch opdagen. Ik was inderdaad de enige die hier instapte. De bus zat ook helemaal niet vol, dus ik had twee stoelen voor mezelf. De busreis had twee grensovergangen die allebei midden in de nacht waren, dus dat was een beetje jammer. We staken eerst de grens over van Kosovo naar Albanië. Hier kwam ik erachter dat ik de enige persoon in de bus was die niet uit Kosovo, Albanië of Montenegro kwam. Ik moest namelijk als enige mijn paspoort laten zien bij de grensovergang. Dat was een rare ervaring. De grensovergang ging wel ontzettend snel, dus dat was fijn.
Ik had al gezien dat we best wel voorliepen op het reisschema. Zo kwamen we een uurtje eerder aan bij de grens van Albanië naar Montenegro. Ook dit ging eigenlijk heel snel. We stopten in een badplaats in het zuiden van Montenegro, waar letterlijk iedereen eruit ging. Daarna reden we door naar Kotor, waar ik heen ging, en ik zat dit stuk dus helemaal alleen in de bus. Weer een rare ervaring. Uiteindelijk kwam ik twee uur eerder aan dan de bedoeling was. Normaal is dat fijn, maar in dit geval betekende dat dat ik om 5.00 aankwam in plaats van om 7.00. Dat was dus wel erg vroeg, maar ik was in ieder geval goed aangekomen in Montenegro. Meer over Montenegro in de volgende blog.
3 reacties
P. Wim Visser
Hoe krijg je het voorelkaar om zo geïntersseerd te blijven. Je bent een onuitputtelijke spons. Je blijft genieten.
Geweldig.
Is het alleen reizen niet link?
Kosovo is nog meer verdeeld dan ik dacht. Een tijdbom die erg lang mee blijft gaan, zeker op de Balkan.
Pingback:
Hugh travel
Mooi geschreven